Zetel van de arbeidsrechtbanken
Er is een arbeidsrechtbank in elk rechtsgebied van een hof van beroep.
België telt in totaal 9 arbeidsrechtbanken, namelijk die van Antwerpen, Gent, Leuven, Brussel Nederlandstalig, Brussel Franstalig, Eupen, Luik, Waals-Brabant en Henegouwen.
Een arbeidsrechtbank kan één of meerdere afdelingen hebben.
Kamers en samenstelling
De arbeidsrechtbank is onderverdeeld in verschillende kamers.
Er zijn kamers met een alleen zetelende rechter en kamers met een rechter die wordt bijgestaan door twee rechters in sociale zaken. De zogenaamde “rechters in sociale zaken” zijn personen uit de arbeidswereld (werkgevers of werknemers). Hun terreinervaring is zeer belangrijk bij dit soort geschillen.
Voor meer informatie over de samenstelling van dit rechtscollege, zie de rubriek “de zittende magistratuur”.
Openbaar ministerie
Bij iedere arbeidsrechtbank is er een arbeidsauditeur die het ambt van het openbaar ministerie uitoefent. De arbeidsauditeur wordt bijgestaan door een afdelingsauditeur, één of meerdere eerste substituut-arbeidsauditeurs en één of meerdere substituut-arbeidsauditeurs.
Voor meer informatie daarover, zie de rubriek “de staande magistratuur”.
Griffie
Voor meer informatie over de griffier en de griffie, zie de rubrieken “de griffier” en “de griffie”.
Bevoegdheden
De arbeidsrechtbank heeft hoofdzakelijk zogenaamde “bijzondere” bevoegdheden.
Ze is niet bevoegd voor strafrechtelijke feiten; die moeten voor de politierechtbank of de correctionele rechtbank gebracht worden.
De arbeidsrechtbank heeft een aantal zogenaamde “bijzondere” bevoegdheden.
De belangrijkste bijzondere bevoegdheden zijn:
- arbeidsrechtelijke geschillen;
- arbeidsongevallen en beroepsziekten;
- geschillen inzake sociale zekerheid (werknemers, leerlingen, zelfstandigen en mindervaliden);
- collectieve schuldenregeling;
- geschillen inzake pensioenen.
Hierna volgen een aantal voorbeelden van bij wet bepaalde zogenaamde “uitsluitende” bevoegdheden.
De arbeidsrechtbank is exclusief bevoegd voor:
- de toepassing van administratieve sancties bepaald in de wetgeving;
- de behandeling van de geschillen betreffende de sociale identiteitskaart;
- de behandeling van de geschillen betreffende de compensatoire vergoeding bedoeld in de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen;
- de behandeling van de geschillen betreffende de individuele bestuurshandelingen inzake het verlenen, het schorsen en het intrekken van de erkenning als havenarbeider.
Er is een afdelingsvoorzitter in de rechtbank van eerste aanleg, in de arbeidsrechtbank en in de ondernemingsrechtbank.
De afdelingsvoorzitter wordt in het Hof van Cassatie sectievoorzitter genoemd. De sectievoorzitters worden aangewezen onder de raadsheren van het Hof van Cassatie.
De organisatiestructuur van het Hof van Cassatie ziet er als volgt uit:
- eerste voorzitter;
- voorzitter;
- sectievoorzitters;
- raadsheren.
Voor meer informatie over de afdelingsvoorzitter in de rechtbank van eerste aanleg, in de arbeidsrechtbank en in de ondernemingsrechtbank, zie de rubriek “de voorzitter”.
De voorzitter staat aan het hoofd van verschillende vredegerechten en politierechtbanken, van een rechtbank van eerste aanleg, van een arbeidsrechtbank of van een ondernemingsrechtbank.
Daarnaast heeft ook het Hof van Cassatie een voorzitter - die bevindt zich in de hiërarchie onder de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie - en een voorzitter van het hof van assisen.
In de verschillende types rechtscolleges oefent de voorzitter een leidinggevende functie uit.
De rechtbanken van eerste aanleg, de ondernemingsrechtbanken en de arbeidsrechtbanken zijn hiërarchisch georganiseerd.
De rechtbank van eerste aanleg is samengesteld uit:
- een voorzitter;
- naargelang het geval, één of meerdere afdelingsvoorzitters;
- één of meerdere ondervoorzitters;
- één of meerdere rechters.
De ondernemingsrechtbank bestaat uit:
- een voorzitter;
- één of meerdere afdelingsvoorzitters (behalve voor de rechtscolleges zonder afdelingen);
- één of meerdere ondervoorzitters (afhankelijk van het wettelijk personeelskader);
- rechters (beroepsmagistraten);
- rechters in ondernemingszaken, die in hun midden een voorzitter in ondernemingszaken aanstellen (lekenrechters).
De arbeidsrechtbank bestaat uit:
- een voorzitter;
- naargelang het geval, één of meerdere afdelingsvoorzitters;
- één of meerdere ondervoorzitters;
- één of meerdere rechters;
- meerdere sociale rechters (lekenrechters).
De voorzitter wordt bijgestaan door één of meerdere afdelingsvoorzitters en is belast met het algemeen bestuur van de rechtbank.
De afdelingsvoorzitter verzekert de dagelijkse leiding van de rechtbank onder het gezag van de voorzitter en heeft een aantal specifieke bevoegdheden.
Hij mag zich in zijn bestuurs- en organisatieopdrachten laten bijstaan door één of meerdere ondervoorzitters.
Het Hof van Cassatie is gestructureerd als volgt:
- eerste voorzitter;
- voorzitter;
- sectievoorzitter;
- raadsheren.
Er is ook een voorzitter van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank. Die leidt, organiseert en coördineert de vredegerechten en de politierechtbanken van het arrondissement.
De ondervoorzitter is een beroepsmagistraat.
Hij maakt deel uit van een rechtbank van eerste aanleg, van een arbeidsrechtbank of van een ondernemingsrechtbank. Verder is er ook een ondervoorzitter voor alle vredegerechten en de politierechtbanken van een arrondissement. De ondervoorzitter staat de voorzitter bij in het algemeen bestuur van de entiteit.
De rechtbanken van eerste aanleg, de ondernemingsrechtbanken en de arbeidsrechtbanken hebben een hiërarchische structuur.
De rechtbank van eerste aanleg bestaat uit:
- een voorzitter;
- één of meerdere ondervoorzitters;
- één of meerdere rechters.
De ondernemingsrechtbank bestaat uit:
- een voorzitter;
- één of meerdere ondervoorzitters;
- één of meerdere rechters;
- meerdere rechters in ondernemingszaken (lekenrechters).
De arbeidsrechtbank bestaat uit:
- een voorzitter;
- één of meerdere ondervoorzitters;
- één of meerdere rechters;
- meerdere rechters in sociale zaken (lekenrechters).
De rechter spreekt recht.
De term “rechter” verwijst meestal naar een magistraat van de rechterlijke macht. De rechter is volgens de wet verplicht om een vonnis uit te spreken over de geschillen die aan hem worden voorgelegd. Daarbij steunt de rechter op:
- de wet;
- de rechtspraak (dat zijn alle beslissingen van de rechtscolleges die samen een rechtsbron vormen);
- de rechtsleer (dat is het geheel van de juridische werken bestemd om het recht toe te lichten of te interpreteren);
- het gebruik (dat is een algemeen en herhaald gebruik waarvan het gezag door iedereen erkend wordt, op voorwaarde dat het niet tegen een wet ingaat).
De rechters zetelen in verschillende types rechtbanken zoals bijvoorbeeld de rechtbank van eerste aanleg, de ondernemingsrechtbank en de arbeidsrechtbank.
Een rechter in het hof van beroep, in het arbeidshof of in het Hof van Cassatie wordt officieel “raadsheer” genoemd.
De rechters die vonnissen uitspreken vormen de “zittende magistratuur” omdat ze tijdens het proces blijven zitten.
Tijdens de terechtzitting in de rechtbank zetelt de rechter alleen. In bepaalde zaken zetelen de rechters echter soms met drie.
In de ondernemingsrechtbank en in de arbeidsrechtbank staan twee lekenrechters de rechter bij.
Een rechter in sociale zaken zetelt in de arbeidsrechtbank. Hij is echter geen beroepsrechter.
Een arbeidsrechtbank bestaat uit kamers waarin naast de voorzitter (een beroepsmagistraat) ook lekenrechters zetelen. Die laatsten worden benoemd door de Koning op voordracht van verenigingen van werkgevers, zelfstandigen en werknemers om de beroepsrechter bij te staan bij de behandeling van een zaak. Men noemt hen "sociale rechters".
Als de arbeidsrechtbank een geschil tussen een arbeider en zijn werkgever onderzoekt, wordt de beroepsrechter bijgestaan door een sociale rechter-"werknemer" en een sociale rechter-"werkgever".
Het ambt van de "sociale rechter" is onverenigbaar met een na verkiezing toegewezen publiek mandaat, met elke betaalde openbare functie of verantwoordelijkheid van politieke of administratieve aard, met het ambt van notaris of gerechtsdeurwaarder, met het beroep van advocaat, met de militaire staat en met de kerkelijke staat.
De sociale rechter wordt voor een periode van vijf jaar benoemd en zijn benoeming kan na elke termijn met vijf jaar verlengd worden.
Het ambt van de rechters eindigt en ze worden toegelaten tot de inruststelling wanneer ze de leeftijd van 67 jaar bereiken.
De arbeidsauditeur heeft de leiding over het arbeidsauditoraat bij de arbeidsrechtbanken.
Bij geschillen die door de arbeidsrechtbank behandeld worden, is het arbeidsauditoraat al dan niet verplicht om tussen te komen, al naargelang het geval, en verleent het advies over de geschillen. Het arbeidsauditoraat moet in het algemeen tussenkomen wanneer de rechten van de burger m.b.t. sociale zekerheid en sociale bijstand in het geding zijn.
In geval van een inbreuk tegen de sociale strafwetten treedt het arbeidsauditoraat als vertegenwoordiger van het openbaar ministerie op tegen de overtreder, en dat voor de correctionele rechtbank.
Het arbeidsauditoraat wordt geleid door de arbeidsauditeur, die wordt bijgestaan door zijn eerste substituten en zijn substituten.
De afdelingsauditeur heeft de leiding over een afdeling van een arbeidsauditoraat.
België heeft in totaal negen arbeidsauditoraten.
Aan het hoofd van elk arbeidsauditoraat staat een arbeidsauditeur. Hij kan bijgestaan worden door één of meerdere afdelingsauditeurs wanneer een auditoraat één of meerdere afdelingen heeft.
De eerste substituut van de arbeidsauditeur maakt deel uit van het arbeidsauditoraat en staat onder de leiding van de arbeidsauditeur.
De arbeidsrechtbank heeft zijn eigen "openbaar ministerie", dat het arbeidsauditoraat genoemd wordt. Dat laatste voert de opdrachten van het openbaar ministerie uit voor alle materies die onder de bevoegdheid van de arbeidsrechtbanken vallen. Bij geschillen die door de arbeidsrechtbank behandeld worden, is het arbeidsauditoraat al dan niet verplicht om tussen te komen, al naargelang het geval, en verleent het advies over de geschillen.
Het arbeidsauditoraat moet in het algemeen tussenkomen wanneer de rechten van de burger m.b.t. sociale zekerheid en sociale bijstand in het geding zijn.
Het arbeidsauditoraat wordt geleid door de arbeidsauditeur, die wordt bijgestaan door zijn eerste substituten en zijn substituten.
De substituut van de arbeidsauditeur maakt deel uit van het arbeidsauditoraat en staat onder de leiding van de arbeidsauditeur.
De arbeidsrechtbank heeft zijn eigen "openbaar ministerie", dat het arbeidsauditoraat genoemd wordt.
Het arbeidsauditoraat voert de opdrachten van het openbaar ministerie uit voor alle materies die onder de bevoegdheid van de arbeidsrechtbanken vallen. Bij geschillen die door de arbeidsrechtbank behandeld worden, is het arbeidsauditoraat al dan niet verplicht om tussen te komen, al naargelang het geval, en verleent het advies over de geschillen.
Het arbeidsauditoraat moet in het algemeen tussenkomen wanneer de rechten van de burger m.b.t. sociale zekerheid en sociale bijstand in het geding zijn.
Het arbeidsauditoraat wordt geleid door de arbeidsauditeur, die wordt bijgestaan door zijn eerste substituten en zijn substituten.
Algemeen
De griffie bestaat meestal uit een hoofdgriffier, één of meer griffiers-hoofden van dienst, één of meer griffiers en griffiepersoneel.
De griffier heeft niet alleen administratieve taken zoals het verloop van de zitting opvolgen, documenten opstellen of afschriften geven. Daarnaast is hij ook een volwaardige medewerker van de rechter en officieel bewaarder van veel documenten. In die zin werkt hij mee aan het vlotte verloop van alle activiteiten op het rechtscollege.
Het takenpakket van de griffier kan verschillen naargelang het soort rechtbank (vredegerecht, rechtbank eerste aanleg, arbeidsrechtbank, enz.).
In de griffie wordt er vaak nog ander personeel tewerkgesteld, zoals assistenten en medewerkers.
Vredegerecht.
Elk vredegerecht heeft een eigen griffie, samengesteld uit één of meer griffiers en griffiepersoneel, die onder de leiding staan van de arrondissementele hoofdgriffier van de vredegerechten en de politierechtbank. De hoofdgriffier wordt bijgestaan door één of meerdere griffiers-hoofden van dienst bij de vredegerechten. In elk plaatselijk vredegerecht zal de hoofdgriffier bovendien een plaatselijk leidinggevende griffier aanwijzen om hem bij te staan in de dagelijkse leiding van die griffie. In elke griffie worden de griffiers bijgestaan door administratief personeel (assistenten en medewerkers).
Politierechtbank.
Elke politierechtbank heeft een eigen griffie, samengesteld uit één of meer griffiers en griffiepersoneel, die onder de leiding staan van de arrondissementele hoofdgriffier van de vredegerechten en de politierechtbank. De hoofdgriffier wordt in de meeste arrondissementen bijgestaan door één of meerdere griffiers-hoofden van dienst bij de politierechtbank, die hij kan aanwijzen tot leidinggevende van een afdeling van de politierechtbank. In elke griffie worden de griffiers bijgestaan door administratief personeel (assistenten en medewerkers).
De hoofdgriffier heeft de leiding over de griffie en waakt over de goede werking ervan.
Elk rechtscollege beschikt over zijn eigen griffie om de dossiers die daar vastgesteld zijn te behandelen.
Elke griffie heeft een hoofdgriffier. Hij wordt bij de uitvoering van zijn taken bijgestaand door één of meerdere afdelingsgriffiers, één of meerdere griffiers-hoofden van dienst, griffiers en door het administratief personeel.
De hoofdgriffier wordt bijgestaan door griffiers-hoofden van dienst en griffiers.
Onverminderd de door de griffiers uitgevoerde taken en de door hen geleverde bijstand, neemt de griffier-hoofd van dienst onder het gezag en het toezicht van de hoofdgriffier deel aan het bestuur van de griffie.
De hoofdgriffier kan één of meerdere griffiers-hoofden van dienst aanstellen om hem bij te staan in het bestuur van een afdeling.
De griffier staat de rechter bij in de uitvoering van zijn gerechtelijk ambt.
De griffier vervult de griffietaken en staat als zittingsgriffier de magistraat bij in alle verrichtingen van zijn ambt.
Er wordt enkel van die regel afgeweken in noodgevallen, als de griffier niet aanwezig kan zijn.
Dit zijn de taken van de griffier:
- Hij verzekert de toegankelijkheid van de griffie voor het publiek;
- Hij voert de boekhouding van de griffie;
- Hij verlijdt de akten waarmee hij belast is, bewaart de minuten, registers en alle akten van het rechtscollege waarbij hij is aangewezen en levert daarvan uitgiften, uittreksels of kopieën af;
- Hij bewaart de documentatie inzake wetgeving,
rechtspraak en rechtsleer ten behoeve van de rechters; - Hij maakt de tabellen, de statistieken en de andere documenten op waarmee hij overeenkomstig de wet of de besluiten belast is; hij houdt de registers en repertoria bij;
- Hij staat in voor de bewaring van de waarden, documenten en voorwerpen die overeenkomstig de wet bij de griffie zijn neergelegd;
- hij neemt de passende maatregelen om alle archieven onder zijn beheer in goede staat te bewaren, om ze te ordenen en te inventariseren, en dat ongeacht de vorm, de structuur en de inhoud ervan.
De griffier staat ook de magistraat bij:
- Hij bereidt de taken van de magistraat voor;
- Hij is aanwezig op de terechtzitting;
- Hij stelt het proces-verbaal van de behandeling en van de beslissingen op;
- Hij verleent akte van de verschillende formaliteiten waarvan de vervulling moet worden vastgesteld en verleent er authenticiteit aan;
- Hij stelt de dossiers van de rechtspleging op en ziet, in het kader van zijn bevoegdheid, toe op de naleving van de geldende regels.
Er zijn één of meerdere griffiers in alle rechtscolleges (vredegerecht, politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, ondernemingsrechtbank, arbeidsrechtbank, enz.).
Er is één enkele afdelingsgriffier in elke afdeling van een rechtbank (rechtbank van eerste aanleg, ondernemingsrechtbank en arbeidsrechtbank).
De afdelingsgriffier heeft de leiding over de griffie van de afdeling.
De advocaat adviseert een partij en vertegenwoordigt ze voor de rechter.
Voor meer info over de rol van de advocaat, raadpleeg de website van de Orde van Vlaamse Balies (https://advocaat.be/).
U zal er ook meer inlichtingen vinden over de taken van een advocaat, zijn honoraria en ook over hoe je een advocaat kan kiezen.
In België bestaan er verschillende ordes van advocaten, namelijk:
- de orde van advocaten binnen elk gerechtelijk arrondissement, behalve in Brussel, waar er een Franstalige en een Nederlandstalige orde is;
- de Orde van Advocaten bij het Hof van Cassatie;
- de Orde van Vlaamse Balies en de "Ordre des barreaux francophones et germanophones".
Tenslotte bestaat er nog een Federale Raad van de Balies. De Federale Raad van de Balies bestaat uit tien leden waarvan er vijf gemandateerd zijn door de Ordre des barreaux francophones et germanophones en vijf door de Orde van de Vlaamse Balies, en dat voor een termijn van twee jaar die één enkele keer hernieuwbaar is. De Raad wordt voorgezeten door de stafhouder van de Orde van Advocaten bij het Hof van Cassatie.
Een advocaat moet minstens tien jaar bij de balie ingeschreven zijn en geslaagd zijn voor het examen van de Orde van Advocaten bij het Hof van Cassatie om door de Koning benoemd te kunnen worden tot advocaat bij het Hof van Cassatie. Er is maar een zeer beperkt aantal advocaten bij het Hof van Cassatie.
De referendaris is een dokter, licentiaat of houder van een masterdiploma in de rechten die de magistraat van de zetel bijstaat.
Referendarissen kunnen bij de hoven van beroep, de arbeidshoven en verschillende rechtbanken aangesteld worden. Ze helpen de magistraten van de hoven en rechtbanken, maar ze zijn zelf geen magistraten.
Referendarissen werken ook bij het Hof van Cassatie, waar ze zowel de raadsheren als de leden van het parket-generaal bijstaan.
De referendarissen bereiden het juridisch werk van de magistraten voor volgens de instructies die ze krijgen in hun verschillende dossiers. Ze zijn niet bevoegd om taken van de griffie uit te voeren.
De referendarissen staan onder de verantwoordelijkheid en het toezicht van de korpschef van het rechtscollege waarin ze aangesteld zijn.
Uitleg sociale zaak
Een sociale zaak vloeit voort uit een geschil tussen een persoon die recht heeft op prestaties en de overheden of een verzekeringsmaatschappij m.b.t.:
- arbeidsongevallen en beroepsziekten;
- de sociale zekerheid van de werknemers (met name ziekte, werkloosheid, kinderbijslag en pensioen) en van de zelfstandigen;
- sociale bijstand (met name uitkeringen van het OCMW, financiële tegemoetkomingen voor mindervalide personen, ziekteverzekering).
Verloop sociale zaak
De sociaal verzekerde die beroep aantekent bij de arbeidsrechtbank moet, in principe, geen gerechtskosten betalen.
De inleiding van het geding gebeurt bij verzoekschrift waarna de zaak zonder betaling van rolrechten wordt ingeschreven op de rol.
Behoudens uitzonderingen worden de gerechtskosten zoals, getuigengeld, kosten van het deskundigenonderzoek en de rechtsplegingsvergoeding betaald door de instellingen belast met de toepassing van de socialezekerheidswetgeving.
Er kan ook d.m.v. een verzoekschrift kosteloos hoger beroep worden aangetekend tegen een beslissing van de arbeidsrechtbank.
De sociaal verzekerde moet wel het ereloon van zijn advocaat betalen tenzij hij een beroep kan doen op gratis juridische bijstand.
In aangelegenheden van sociale zekerheid kan de zaak worden ingeleid bij verzoekschrift.
Er zijn nog andere mogelijkheden, zoals de dagvaarding of de vrijwillige verschijning maar gezien de voordelen van een procedure bij verzoekschrift wordt daar weinig gebruik van gemaakt.
De procedure moet in principe worden ingeleid binnen een termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving van de bestreden rechtshandeling.
Er zijn echter uitzonderingen op die regel, bijvoorbeeld de vordering tot schadeloosstelling voor een beroepsziekte en geschillen m.b.t. arbeidsovereenkomsten.
Na ontvangst van het verzoekschrift roept de griffier de partijen op om te verschijnen op de zitting. De datum wordt vastgesteld door de rechter.
De partijen verschijnen in persoon of ze laten zich vertegenwoordigen door hun advocaat.
Verder kunnen partijen zich op de zitting ook laten vertegenwoordigen door een gevolmachtigde, zoals bijvoorbeeld de echtgenoot, een ouder of een verwante, een afgevaardigde van een representatieve werknemersorganisatie of de vertegenwoordiger van een sociale organisatie die de belangen behartigt van de in de betreffende wet bedoelde groep personen.
De rechter kan een verzoeningspoging ondernemen. Dat is een vrijwillige procedure tussen de partijen die een beroep doen op een neutrale derde om hem te helpen om hun geschil op te lossen in een vertrouwelijke context.
De vordering wordt behandeld als een burgerlijke zaak. In sommige van die zaken (zoals de zaken betreffende sociale zekerheid en sociale bijstand) is de aanwezigheid van de arbeidsauditeur op de zitting verplicht.
De arbeidsauditeur kan aan de minister of aan de bevoegde overheden de voor de behandeling van de zaak noodzakelijke inlichtingen vragen.
De arbeidsauditeur geeft ook een gemotiveerd advies over het door de arbeidsrechtbank behandelde geschil.
De rechter kan drie soorten beslissingen nemen: een vonnis alvorens recht te doen (tussenvonnis), een provisioneel vonnis of een eindvonnis.
In een vonnis alvorens recht te doen (= tussenvonnis) kan de rechter bijvoorbeeld een deskundige aanstellen.
In een provisioneel vonnis kan hij een voorlopig bedrag toewijzen in afwachting van een eindbeslissing.
In een eindvonnis neemt de rechter een volledige beslissing over het geschil. De zaak is dan definitief afgesloten, tenzij het openbaar ministerie of (een van) de partijen hoger beroep aantekenen.