Sinds 2005 stelt elke hof en rechtbank een jaarlijks werkingsverslag op (art. 185/9 en 340 §3 Ger. W.), waarvan de inhoud minutieus is vastgelegd bij ministerieel besluit. Het werkingsverslag van de directiecomités functioneert als een instrument om verantwoording af te leggen naar het parlement, de minister van Justitie, de Hoge Raad voor de Justitie, het College van de hoven en rechtbanken en de hiërarchie binnen de rechterlijke organisatie. Het toont transparantie over de werkzaamheden en de middelen van elke gerechtelijke entiteit van het afgelopen kalenderjaar.

Het is de Hoge Raad voor de Justitie die de lead heeft in het ontwerp van het model van het werkingsverslag. Sinds de oprichting van het College van de hoven en rechtbanken, in 2014, heeft het College ook een adviesrol gekregen in de opmaak van dit model van werkingsverslag. Mede op voorstel van het College wordt er sinds 2021 gerapporteerd aan de hand van een vereenvoudigd werkingsverslag (KB van 18/02/2022).

Sinds 2021 maakt het College, zoals door de wetgever voorzien, jaarlijks ook een synthese van alle werkingsverslagen van de hoven en rechtbanken. Voor het grote publiek wordt deze synthese op zijn beurt samengevat in een “One Page”. Hierna vindt u de meest actuele “One Page”; namelijk deze van het burgerlijk kalenderjaar 2023.

Het komt aan elk hof of rechtbank zelf toe hun werkingsverslag op hun website al dan niet te publiceren. Als u op zoek bent naar een specifiek werkingsverslag, gelieve de website van de gerechtelijke entiteit in kwestie te raadplegen.

Ondertussen wordt verder gewerkt om de werkingsverslagen beter en meer transparant te maken.