De onderzoeksrechter is een rechter van de rechtbank van eerste aanleg die speciaal aangewezen is om gerechtelijke onderzoeken te leiden.
Als er aanwijzingen zijn van een misdrijf, dan kan de onderzoeksrechter een gerechtelijk onderzoek openen, op vraag van de procureur des Konings of van het slachtoffer dat zich burgerlijke partij stelt.
Een gerechtelijk onderzoek is het geheel van de onderzoekshandelingen die worden verricht om de daders van misdrijven op te sporen, bewijzen te verzamelen en maatregelen te nemen om de zaak eventueel voor de rechtbank te brengen.
De onderzoeksrechter gaat op zoek naar de waarheid. Daarbij moet hij zowel de elementen in het voordeel als de elementen in het nadeel van de verdachte onderzoeken. Men spreekt in dat verband van een onderzoek “à charge” en “à décharge”. Voor de onderzoeken doet hij een beroep op de politie.
De onderzoeksrechter kan bijvoorbeeld getuigen en verdachten verhoren en deskundigen aanstellen. Als het nodig is voor het onderzoek kan de onderzoeksrechter ook dwingende maatregelen bevelen zoals:
- de huiszoeking en de inbeslagneming;
- de aanhouding en de inverdenkingstelling van een verdachte;
- het verhoor van de inverdenkinggestelde;
- het onderzoek van telecommunicatiegegevens;
- de fouillering op het lichaam;
- het afluisteren van telecommunicatie (telefoontap);
- de DNA-analyse.
Wanneer de onderzoeksrechter zijn onderzoek heeft voltooid, deelt hij het dossier mee aan de procureur des Konings.
Tijdens de zitting in de raadkamer die volgt op het afsluiten van het gerechtelijk onderzoek, kan de procureur des Konings aan de raadkamer vragen om de verdachte:
- ofwel naar de correctionele rechtbank te verwijzen indien er voldoende aanwijzingen van schuld zijn;
- ofwel buiten vervolging te stellen indien hij bijvoorbeeld van mening is dat het gerechtelijk onderzoek onvoldoende bezwarende elementen tegen de verdachte heeft opgeleverd of indien de dader van het misdrijf onbekend gebleven is.