Een persoon die de wet overtreedt en de belangen van de maatschappij schaadt, begaat strafbare feiten.

Strafzaken worden behandeld door de politierechtbank, de correctionele rechtbank, het hof van beroep of het hof van assisen.

Verloop strafzaak

Verwijzing door de onderzoeksgerechten

De raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling zijn onderzoeksgerechten. Ze moeten een beschikking nemen om een zaak naar de vonnisgerechten (bv. de politierechtbank of de correctionele rechtbank) te verwijzen.

Na het opstellen van de beschikking van verwijzing moet het openbaar ministerie nog tot de dagvaarding overgaan.

Dagvaarding door het openbaar ministerie

Het openbaar ministerie kan alleen rechtstreeks dagvaarden in zaken die enkel het voorwerp uitmaken van een opsporingsonderzoek. Dat onderzoek wordt gevoerd door het openbaar ministerie.

Zaken die daarentegen het voorwerp uitmaken van een gerechtelijk onderzoek (een onderzoek onder leiding van de onderzoeksrechter), moeten naar een vonnisgerecht (bv. de politierechtbank of de correctionele rechtbank) verwezen worden door een beschikking van de raadkamer of van de kamer van inbeschuldigingstelling.

In geval van rechtstreekse dagvaarding kan het openbaar ministerie een wanbedrijf omzetten in een overtreding (dagvaarding voor de politierechtbank) of een misdaad correctionaliseren (dagvaarding voor de correctionele rechtbank).

Dagvaarding door de burgerlijke partij

Behalve het openbaar ministerie kan ook de burgerlijke partij een beklaagde rechtstreeks dagvaarden.

De burgerlijke partij kan bijvoorbeeld rechtstreeks dagvaarden wanneer het openbaar ministerie een klacht (waaraan om allerlei redenen geen gevolg werd gegeven) zonder gevolg heeft geklasseerd.

Dat kan ze enkel voor wanbedrijven en overtredingen, maar niet voor misdaden, want alleen het openbaar ministerie kan verzachtende omstandigheden in aanmerking nemen in geval van een rechtstreekse dagvaarding.

Vrijwillige verschijning in strafzaken

Een beklaagde kan in bepaalde gevallen ‘vrijwillig’ verschijnen (bv. als er problemen zijn met de dagvaarding).

Hij is niet verplicht om op een vraag tot vrijwillige verschijning in te gaan.

Oproeping bij proces-verbaal in strafzaken

In bepaalde gevallen kan de beklaagde die aangehouden werd in uitvoering van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, opgeroepen worden om voor de politierechtbank of de correctionele rechtbank te verschijnen.

In dat geval wordt de beklaagde op de hoogte gebracht van de feiten die hem ten laste worden gelegd alsook van de plaats, de dag en het uur waarop hij dient te verschijnen. Die kennisgeving geldt als dagvaarding.

Beroep tegen een bevel tot betalen

De procureur des Konings kan een bevel tot betalen voor een verkeersinbreuk naar een overtreder sturen. Als de overtreder niet akkoord gaat omdat hij de verkeersinbreuk zelf betwist of om andere redenen, kan de overtreder beroep aantekenen.

Er zijn drie manieren om beroep aan te tekenen:

  • door een verzoekschrift persoonlijk af te geven op de griffie van de politierechtbank;
  • door een verzoekschrift aangetekend via de post op te sturen naar de griffie van de politierechtbank;
  • door een verzoekschrift te mailen naar de griffie van de politierechtbank.

Als het beroep ontvankelijk is, valt het bevel tot betalen weg en zal de politierechtbank oordelen over de verkeersinbreuk, zoals onder ‘2. Zitting’ werd uiteengezet.

Beroep tegen de weigering om de immobilisering van een voertuig op te heffen

In bepaalde gevallen die in de verkeerswetgeving zijn voorzien, kunnen de politie en de procureur des Konings beslissen om een voertuig te immobiliseren.

De eigenaar van een geïmmobiliseerd voertuig kan aan de procureur des Konings vragen om het voertuig terug te geven. Als de procureur des Konings weigert om de immobilisering op te heffen en het voertuig niet wil teruggeven, kan de eigenaar tegen die weigering beroep aantekenen.

Er zijn drie manieren om beroep aan te tekenen:

  • door een verzoekschrift persoonlijk af te geven op de griffie van de politierechtbank;
  • door een verzoekschrift aangetekend via de post op te sturen naar de griffie van de politierechtbank;
  • door een verzoekschrift te mailen naar de griffie van de politierechtbank.

De politierechtbank zal oordelen over de opheffing van de immobilisering en de eventuele teruggave van het voertuig aan de eigenaar, maar nog niet over de verkeersinbreuken zelf.

De beklaagde is niet verplicht om te verschijnen. Hij kan zich door zijn advocaat laten vertegenwoordigen.

Als de rechtbank het echter opportuun acht, kan ze de beklaagde bevelen om in eigen persoon te verschijnen.

Het verloop van een normale zitting kan je als volgt samenvatten:

  • controle van de identiteit van de partijen (beklaagde, burgerlijke partij ...);
  • ondervraging van de beklaagde;
  • uiteenzetting van de vordering van de burgerlijke partij, als er één is;
  • strafvordering door het openbaar ministerie;
  • de beklaagde en zijn advocaat zetten hun argumenten ter verdediging uiteen.

In de praktijk kan van die volgorde worden afgeweken, met name indien deskundigen en getuigen worden verhoord.

Als ze dat wensen, kunnen de advocaten ook bovenop hun mondelinge pleidooien schriftelijke conclusies neerleggen.

Het vonnis wordt onmiddellijk na de mondelinge behandeling van de zaak uitgesproken, op het einde van de zitting of op een latere datum. In dat laatste geval wordt de datum meestal vastgelegd binnen een termijn van maximum een maand vanaf de zitting waarop de debatten gesloten werden.

De uitspraak van het vonnis volgt meestal sneller als de beklaagde op het moment dat hij op de zitting verschijnt in hechtenis is. Dat hangt evenwel af van de complexiteit van de zaak en de omvang van het dossier.

Het vonnis wordt uitgesproken in de openbare terechtzitting in aanwezigheid van het openbaar ministerie, ook al werd de zaak zelf met gesloten deuren behandeld (bv. een zedenzaak).

De voorzitter kan het voorlezen van het vonnis beperken tot het beschikkend gedeelte. Dat gedeelte van het vonnis vermeldt de feiten waaraan de beklaagde al dan niet schuldig wordt bevonden, alsook de straffen voor de bewezen verklaarde feiten.

In het vonnis wordt ook uitspraak gedaan over de gerechtskosten.

De beklaagde ontvangt per e-mail of via de advocaat de melding dat hij het vonnis kan bekijken op Just-on-Web. Is er geen e-mailadres bekend, dan ontvangt de beklaagde een brief met de melding dat het vonnis digitaal beschikbaar is en de instructies om het vonnis te raadplegen.

In geval van een vrijheidsstraf van drie jaar of meer zonder uitstel kan de rechter op verzoek van het openbaar ministerie de onmiddellijke aanhouding bevelen.

Die beslissing wordt voorafgegaan door een debat waarin de beklaagde en zijn advocaat de mogelijkheid hebben om gehoord te worden over die beslissing tot onmiddellijke aanhouding.

In geval van onmiddellijke aanhouding wordt de beklaagde onmiddellijk naar de gevangenis overgebracht, zonder dat hij eerst nog de gelegenheid krijgt om naar huis te gaan.

De rechter die de onmiddellijke aanhouding beveelt moet zijn beslissing motiveren. Die beslissing mag enkel gegrond zijn op het gevaar dat de beklaagde zich aan de uitvoering van de straf zou onttrekken door te vluchten of op het gevaar voor recidive.