Uitleg assisenzaak

Het hof van assisen zetelt in principe in de hoofdplaats van iedere provincie.

Het hof van assisen is geen permanent rechtscollege. Het wordt opgericht telkens wanneer een beschuldigde door de kamer van inbeschuldigingstelling naar het hof van assisen wordt verwezen.

Voor meer informatie over de bevoegdheden van het hof van assisen, klik hier.

Verloop van een assisenzaak

Het hof

Het hof van assisen bestaat uit drie magistraten: een voorzitter (lid van het hof van beroep) en twee assessoren (leden van de rechtbank van eerste aanleg).

De voorzitter wordt voor één of meerdere zaken aangewezen door de eerste voorzitter van het hof van beroep. De assessoren worden voor iedere zaak aangewezen door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.

Openbaar ministerie

Bij het hof van assisen wordt het openbaar ministerie vertegenwoordigd door de procureur-generaal van het hof van beroep. Hij kan zijn functies delegeren aan een advocaat-generaal, aan een substituut van de procureur-generaal, of aan een lid van het parket bij de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar het hof van assisen zetelt.

De griffier

De functie van griffier wordt bij het hof van assisen uitgeoefend door een griffier van de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar het hof van assisen zetelt. Hij wordt aangewezen door de hoofdgriffier van de rechtbank van eerste aanleg.

De jury

Het hof van assisen wordt bijgestaan door een jury. Die bestaat uit twaalf burgers die door uitloting worden aangewezen.

Om op de lijst van gezworenen te komen, moet u voldoen aan bepaalde voorwaarden:

  • ingeschreven zijn in het kiezersregister van de wetgevende kamers;
  • de burgerlijke en politieke rechten genieten;
  • de volle leeftijd van 28 jaar bereikt hebben en jonger zijn dan 65 jaar op het moment van het opstellen van de gemeentelijke lijsten; 
  • kunnen lezen en schrijven;
  • geen strafrechtelijke veroordeling tot een gevangenisstraf van meer dan vier maanden of tot een werkstraf van meer dan 60 uur hebben opgelopen, noch een elektronisch toezicht van meer dan vier maand, een werkstraf van meer dan zestig uur of een autonome probatiestraf van één jaar of meer.

Om de vier jaar wordt er een algemene lijst van gezworenen opgesteld op basis van de gemeentelijke en de provinciale lijsten.

Voor elke zaak wordt er een bijzondere lijst van de gezworenen opgesteld door een aantal namen (60) van de algemene lijst uit te loten.

De beschuldigde verschijnt in persoon en laat zich door één of meerdere advocaten bijstaan.

De benadeelde persoon (of zijn erfgenamen) mogen in persoon verschijnen en /of zich door één of meerdere advocaten laten bijstaan.

Zowel de beschuldigde als de burgerlijke partij mogen een beroep doen op gratis rechtsbijstand en/of een pro-deo-advocaat als ze voldoen aan de toekenningsvoorwaarden.

Schematisch voorgesteld verloopt een assisenproces als volgt:

  • neerlegging van de lijst van de getuigen;
  • preliminaire zitting voor de rechtbank met alle partijen maar zonder de jury; opmaak van de lijst van getuigen;
  • samenstelling van de jury (12 leden), aanwijzing van een aantal plaatsvervangende juryleden en eedaflegging van de juryleden;
  • eventuele wraking van bepaalde juryleden door het openbaar ministerie en de verdediging, die geen redenen moeten aanvoeren voor de wraking;
  • voorlezing van akte van inbeschuldigingstelling (schriftelijk stuk opgesteld door het openbaar ministerie waarin de zaak wordt samengevat);
  • (eventuele) voorlezing van de akte van verdediging (opgesteld door de verdediging van de beschuldigde);
  • verhoor van de beschuldigde door de voorzitter van het hof van assisen;
  • voorlezing van de lijst van de door het openbaar ministerie, de burgerlijke partij en de beschuldigde opgeroepen getuigen;
  • burgerlijkepartijstelling door de benadeelde of zijn erfgenamen (ook in een eerder stadium van de procedure mogelijk);
  • verhoor van de getuigen door het openbaar ministerie;
  • verhoor van de getuigen door de burgerlijke partij;
  • verhoor van de getuigen door de verdediging;
  • in principe eedaflegging door alle getuigen (hetzij als getuige hetzij als deskundige en als getuige; hierop bestaan een aantal uitzonderingen);
  • vordering van het openbaar ministerie;
  • pleidooien van de burgerlijke partij;
  • Pleidooien van de verdediging;
  • laatste woord van de beschuldigde;
  • eventuele repliek van het openbaar ministerie, de burgerlijke partij, de beschuldigde en opnieuw het laatste woord van de beschuldigde;
  • vragen van de voorzitter van het hof van assisen (de vragen waarop de jury moet antwoorden);
  • uitleg van de vragen door de voorzitter;
  • instructies van de voorzitter aan de jury over de werkwijze van de beraadslaging;
  • overhandiging van het dossier en de stukken aan de jury;
  • beraadslaging van de jury (zonder de plaatsvervangende juryleden);
  • uitspraak over de schuldvraag door de jury, in principe zonder tussenkomst van de beroepsrechters. In sommige gevallen beraadslaagt het hof echter ook over de schuldvraag;
  • antwoord van de jury op gestelde vragen;
  • debat over de straftoemeting tussen het openbaar ministerie en de verdediging (de burgerlijke partij komt hier niet tussen);
  • beraadslaging door het hof samen met de jury over de op te leggen straf;
  • voorlezing van de uitspraak (arrest) door het hof;
  • als er een burgerlijke partij is, behandeling van de vordering van de burgerlijke partij op dezelfde dag of later.