De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Gent heeft vier beklaagden veroordeeld voor het bezitten en leveren van cocaïne. Er was sprake van verzwarende omstandigheid, omdat een man overleed door het gebruik van de cocaïne die de beklaagden hadden geleverd.
Feiten
In de nacht van 1 juli 2023 werden de hulpdiensten in Evergem opgeroepen naar een stilstaande taxi. Naast de taxi lag een man half op de rijbaan. De taxichauffeur en twee vrienden van het slachtoffer verklaarden dat ze waren uit geweest in Gent. Onderweg naar huis werd het slachtoffer in de taxi onwel. Hij vertelde dat hij moest braken, waarna de taxi stopte. Toen het slachtoffer uitstapte, kwam hij ten val. Na de val bloedde hij uit zijn mond, had hij een wonde op het achterhoofd en was hij bewusteloos. Het slachtoffer werd naar het ziekenhuis gebracht, waar hij twee dagen later overleed.
Volgens het toxicologisch verslag had het slachtoffer recent cocaïne gebruikt. De deskundige toxicologie concludeerde dat het cocaïnegebruik oorzakelijk gelinkt kon worden aan het overlijden van het slachtoffer. Dat werd immers veroorzaakt door een uitgebreid hersentrauma dat was ontstaan door een val op het achterhoofd (die tevens had geleid tot enkele gebroken nekwervels). Dat het slachtoffer onwel werd en daarna ten val kwam, werd volgens de rechtbank veroorzaakt door zijn cocaïnegebruik. Dat kan namelijk aanleiding geven tot plots bewustzijnsverlies, wat in dit geval ook effectief gebeurde.
Onderzoek
Uit getuigenverklaringen en analyse van de GSM-gegevens van het slachtoffer konden de onderzoekers volgende zaken besluiten:
- Het slachtoffer vierde op 30 juni 2023 samen met zeven andere collega’s de vrijgezellenavond van de eerste beklaagde. In het begin van de avond werd bij een collega thuis een BBQ georganiseerd. De eerste beklaagde vertrok op de BBQ om samen met een collega in Maldegem cocaïne te gaan kopen.
- Voor het aankopen van de cocaïne had de eerste beklaagde eerder op de dag reeds tijdens een toevallige ontmoeting contact gelegd met de vierde beklaagde. Die verwees de eerste beklaagde door naar de derde beklaagde.
- De eerste en de derde beklaagde spraken af ter hoogte van een frituur in Adegem. Van daaruit gingen ze naar de Euroshop, waar de derde beklaagde een precisieweegschaal aankocht om de cocaïne te kunnen wegen.
- De cocaïne werd aangekocht in het appartement van de tweede beklaagde, waar ook de vierde beklaagde aanwezig was. De vierde beklaagde leverde de cocaïne af aan de eerste beklaagde en nam het geld in ontvangst. De tweede en de derde beklaagde waren bij deze transactie aanwezig. De collega van de eerste beklaagde bleef de hele tijd in de wagen zitten.
- Na de terugkeer van de eerste beklaagde en zijn collega op de BBQ ging de hele groep collega’s naar Gent. Daar werd later op de avond – onder andere in een karaokebar - door verschillende mannen uit de groep cocaïne gebruikt (waaronder het slachtoffer). Tijdens de taxirit naar huis werd het slachtoffer dan onwel en kwam hij ten val, met de gekende noodlottige afloop.
- Het staat vast dat elk van de vier beklaagden rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken waren én een noodzakelijke rol speelden bij het ter beschikking stellen van cocaïne aan het slachtoffer (die de cocaïne uiteindelijk vrijwillig gebruikte).
Tenlasteleggingen
Op basis van het onderzoek moesten de vier beklaagden zich voor de rechtbank verantwoorden voor:
- verkopen, te koop aanbieden, afleveren of leveren van middelen zonder vergunning (cocaïne) met verzwarende omstandigheden (namelijk het veroorzaken van de dood van het slachtoffer)
- bezit - aankoop - vervoer van middelen zonder vergunning (cocaïne) met verzwarende omstandigheden (namelijk het veroorzaken van de dood van het slachtoffer)
De tweede en vierde beklaagde moesten zich ook verantwoorden voor:
- verkopen, te koop aanbieden, afleveren of leveren van middelen zonder vergunning (cocaïne) in een ruimere periode
De tweede, derde en vierde beklaagde tenslotte ook voor:
- bezit - aankoop - vervoer van middelen zonder vergunning, met name cocaïne en mephedrone in een ruimere periode
Strafmaat
De rechtbank sprak volgende veroordelingen uit:
Eerste beklaagde
Een werkstraf van 150 uur (bij niet-uitvoering wordt deze vervangen door een gevangenisstraf van 15 maanden).
Tweede en derde beklaagde
Een gevangenisstraf van 15 maanden met probatie-uitstel voor een termijn van 5 jaar, en een geldboete van 8.000 euro, waarvan 6.400 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar. Aan het probatie-uitstel zijn een hele reeks strikte voorwaarden verbonden.
Vierde beklaagde
Een gevangenisstraf van 20 maanden en een geldboete van 8.000 euro, waarvan 4.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar.
Motivering rechtbank
Bij het bepalen van de strafmaat hield de rechtbank onder andere rekening met de volgende elementen:
- De aard en de ernst van de bewezen feiten, de begeleidende omstandigheden en persoonlijkheid van de beklaagden, hun huidige situatie, hun strafrechtelijk verleden en de van toepassing zijnde verzwarende factoren.
- De vierde beklaagde had op de behandelende zitting weinig bereidheid getoond tot het naleven van voorwaarden, opgelegd in het kader van een probatie-structuur. Hij verklaarde liever “gewoon gestraft” te worden.
- Het zeer ongelukkig toeval dat het slachtoffer op het moment van zijn val op straat stond en daardoor ten val kwam op het harde asfalt, hetgeen de gevolgen van die val heeft verergerd.
- De eventuele medische voorbestemdheid van het slachtoffer, als gevolg van een (relatief ver) verleden van druggebruik en een recenter frequent gebruik van anabolica.
- Het slachtoffer besliste zelf om cocaïne te gebruiken en dit te combineren met het drinken van alcohol (waardoor de gevaren van cocaïnegebruik, zeker bij oudere gebruikers met bloedvaten die reeds in slechte conditie zijn, nog versterkt worden).
- De eerste beklaagde werd, in tegenstelling tot de andere drie beklaagden, een werkstraf opgelegd. Daarbij werd rekening gehouden met zijn blanco strafregister, zijn stabiele levenssituatie, de vaststelling dat hij geen geldelijk gewin heeft nagestreefd met het leveren van de cocaïne, en de vaststelling dat hij op heden zelf niet langer verdovende middelen gebruikt.