De rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen (afdeling Gent) heeft een Roemeense man veroordeeld tot de maximumstraf van 15 jaar gevangenis wegens verkrachting. Na zijn straf moet hij 15 jaar ter beschikking blijven van de strafuitvoeringsrechtbank. De beklaagde wordt ook levenslang uit zijn burgerrechten ontzet en moet aan zijn slachtoffer 10.000 euro schadevergoeding betalen. Volgens de rechtbank vormt hij een extreem gevaar voor de maatschappij gelet op de aard van de feiten en vooral zijn bijzonder zwaar strafverleden.
Feiten
Op 26 november 2023 fietste het slachtoffer - een 20-jarige studente – ’s nachts naar huis. Toen zij langs een park reed nabij het station Gent-Dampoort sprong de beklaagde plots uit de struiken. Hij duwde het slachtoffer van haar fiets in een greppel, sloeg haar enkele keren en verkrachtte haar. Hij kneep het slachtoffer ook meermaals in de keel toen zij om hulp probeerde te roepen.
Na aangifte bij de politie werd het slachtoffer naar het Zorgcentrum Seksueel Geweld in het UZ Gent gebracht. Uit een sporenonderzoek kon DNA-materiaal worden verzameld. Dat DNA-materiaal kon via een internationale databank worden gelinkt aan het DNA-profiel van een Roemeense man. Op 2 december 2023 kon de beklaagde via gsm-onderzoek in Gent worden gearresteerd.
Voor de onderzoeksrechter verklaarde de beklaagde dat hij in Roemenië eerder werd veroordeeld voor diefstallen, diefstallen met braak en poging tot verkrachting, die hij echter beweerde niet te hebben gepleegd. Hij ontkende met klem de verkrachting op 26 november 2023 en stelde dat hij er nooit was geweest.
Op 27 december 2023 werd bij de beklaagde in de gevangenis - met zijn toestemming - een DNA-staal afgenomen van het wangslijmvlies. Ook tussen dit DNA-profiel en het DNA-profiel op het slachtoffer was er een match. Ook het gevoerde telefonie-onderzoek kon hem in de buurt van de feiten traceren. Niettemin bleef de beklaagde in een later verhoor de feiten ontkennen.
Uit verder onderzoek, onder meer in Roemenië, bleek hij in zijn thuisland al meerdere keren te zijn veroordeeld tot lange gevangenisstraffen, waaronder vijf keer voor zeer ernstige zedenfeiten (onder andere met minderjarigen). Hij verkeerde daardoor in staat van wettelijke herhaling. Hij verbleef illegaal in België.
Na ondervraging op de zitting heeft de beklaagde uiteindelijk de feiten toch uitdrukkelijk erkend.
Strafmaat
De rechtbank achtte de feiten van verkrachting door de beklaagde bewezen. Zo bleek de persoonsbeschrijving door het slachtoffer perfect te kloppen, net als de omschrijving van zijn kledij en schoenen die tijdens de huiszoeking werden aangetroffen. Ook de DNA-match is bewezen en uiteindelijk heeft hij op de zitting de feiten erkend.
De beklaagde werd, gelet op de zwaarwichtigheid van de feiten en zijn extreem zwaar strafverleden voor gelijkaardige feiten, veroordeeld tot de maximum gevangenisstraf van 15 jaar. Na zijn straf moet hij 15 ook nog jaar ter beschikking blijven van de strafuitvoeringsrechtbank. De beklaagde wordt ook levenslang uit zijn burgerrechten ontzet. Aan het slachtoffer moet hij 10.000 euro schadevergoeding (zoals door haar gevorderd) en een rechtsplegingvergoeding van 750 euro betalen.
Motivering vonnis
De rechtbank wees op de bijzondere en gruwelijke ernst van de bewezen feiten en de begeleidende omstandigheden. Er is sprake van een zeer gewelddadige verkrachting. Het slachtoffer moet ongetwijfeld bijzondere angsten hebben doorstaan die een bijzondere negatieve impact hadden op haar mentaal welzijn.
De rechtbank hield vooral ook rekening met het zware strafverleden van de beklaagde, die werd omschreven als een seksueel roofdier dat op elk moment kan toeslaan. Mede door het hoge recidivegevaar vormt hij een extreem gevaar voor de maatschappij. De beklaagde toonde bovendien geen enkel probleembesef.