Wat?
(Artikelen 410 en 411 van het Gerechtelijk Wetboek)
De tuchtrechtbank in hoger beroep is de rechtbank die oordeelt over het hoger beroep tegen vonnissen van de tuchtrechtbank. Er bestaat voor heel België slechts één Nederlandstalige tuchtrechtbank in hoger beroep. Ze heeft haar zetel in Brussel en is een niet-permanente rechtbank.
Samenstelling
Per te behandelen tuchtzaak wordt de zetel samengesteld. De kamer bestaat uit twee raadsheren in tuchtzaken en één raadsheer-assessor van hetzelfde niveau als de vervolgde magistraat of een niveau dat ten minste gelijk is aan het niveau van dat van de vervolgde persoon van het gerechtspersoneel. De raadsheren en assessoren moeten afkomstig zijn van een ander rechtsgebied dan dat van de vervolgde persoon.
De tuchtrechtbank in hoger beroep bestaat uit drie kamers:
- De eerste kamer behandelt de hoger beroepen van de beslissingen genomen tegen de magistraten van de hoven en rechtbanken, magistraten van het openbaar ministerie en personeelsleden, die werken bij het Hof van Cassatie, in het rechtsgebied van het hof van beroep van Brussel of bij het federaal parket;
- De tweede kamer behandelt de hoger beroepen tegen de beslissingen met betrekking tot de magistraten van de hoven en rechtbanken, van het openbaar ministerie, en personeelsleden, die werken in het rechtsgebied van het hof van beroep van Antwerpen;
- De derde kamer behandelt de hoger beroepen van de beslissingen uitgesproken tegen de magistraten van de hoven en rechtbanken, magistraten van het openbaar ministerie en personeelsleden, die werken in het rechtsgebied van het hof van beroep van Gent.
Een Stafhouder van de raad van de Orde van Advocaten zetelt met een raadgevende stem.
Openbaar Ministerie
Ook bij de tuchtrechtbank in hoger beroep is het Openbaar Ministerie aanwezig. De functie van het openbaar ministerie wordt uitgeoefend door de procureur-generaal bij het hof van beroep te Brussel.
Griffie
De griffier bij de Nederlandstalige tuchtrechtbank in hoger beroep is een griffier van het hof van beroep van Brussel. De griffie van de Nederlandstalige tuchtrechtbank bevindt zich ook op het hof van beroep van Brussel.
Procedure
(Artikel 420 van het Gerechtelijk Wetboek)
Behalve bij de afzetting van de magistraten van het Openbaar Ministerie, wordt het hoger beroep ingesteld voor de tuchtrechtbank in hoger beroep binnen dertig dagen na de kennisgeving van het vonnis van de tuchtrechtbank. Het hoger beroep wordt ingesteld met een ondertekend en met redenen omkleed verzoekschrift dat gericht wordt aan de griffie.
Het Openbaar Ministerie bij de tuchtrechtbank, de in artikel 412 § 1 van het Gerechtelijke Wetboek bedoelde tuchtoverheid, en het Openbaar Ministerie bij het rechtscollege, waarvan de magistraat of het personeelslid afkomstig is, kunnen ook hoger beroep aantekenen tegen de straf of tegen het gebrek aan straf waartoe de tuchtrechtbank besloten heeft.
Het hoger beroep schorst de onmiddellijke uitvoering van de tuchtstraf. De vervolgde persoon wordt opgeroepen om te verschijnen binnen dertig dagen na de aantekening van het hoger beroep bij de griffie.