Een rechter in sociale zaken zetelt in de arbeidsrechtbank. Hij is echter geen beroepsrechter.

Een arbeidsrechtbank bestaat uit kamers waarin naast de voorzitter (een beroepsmagistraat) ook lekenrechters zetelen. Die laatsten worden benoemd door de Koning op voordracht van verenigingen van werkgevers, zelfstandigen en werknemers om de beroepsrechter bij te staan bij de behandeling van een zaak. Men noemt hen "sociale rechters".

Als de arbeidsrechtbank een geschil tussen een arbeider en zijn werkgever onderzoekt, wordt de beroepsrechter bijgestaan door een sociale rechter-"werknemer" en een sociale rechter-"werkgever".

Het ambt van de "sociale rechter" is onverenigbaar met een na verkiezing toegewezen publiek mandaat, met elke betaalde openbare functie of verantwoordelijkheid van politieke of administratieve aard, met het ambt van notaris of gerechtsdeurwaarder, met het beroep van advocaat, met de militaire staat en met de kerkelijke staat.

De sociale rechter wordt voor een periode van vijf jaar benoemd en zijn benoeming kan na elke termijn met vijf jaar verlengd worden.

Het ambt van de rechters eindigt en ze worden toegelaten tot de inruststelling wanneer ze de leeftijd van 67 jaar bereiken.

Categorie
Zittende magistraten
Zetelt in