De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge heeft een beklaagde bij verstek veroordeeld tot 5 jaar cel wegens verkrachting, aantasting van de seksuele integriteit en opzettelijke slagen. De feiten vonden plaats in 2021 toen de beklaagde en het slachtoffer een cel deelden in de gevangenis van Brugge. De rechtbank beval de onmiddellijke aanhouding van de beklaagde.
Aanleiding en feiten
De beklaagde en de burgerlijke partij deelden in het najaar van 2021 een cel in de gevangenis van Brugge. In de periode van 25 november 2021 tot en met 8 december 2021 heeft de beklaagde zijn medegedetineerde meermaals verkracht en geslagen. Het slachtoffer werd ook verplicht bepaalde seksuele handelingen te stellen die de beklaagde moesten bevredigen.
Deze feiten konden over een tijdspanne van twee weken plaatsvinden omdat hun cel in medische isolatie was geplaatst na een positieve coronatest van de beklaagde.
Naar aanleiding van een PCR-test deed het slachtoffer aangifte van de feiten, waarna hij die dag zelf medisch werd onderzocht. Uit het medisch onderzoek bleek dat de verklaringen van het slachtoffer gegrond waren.
Strafmaat
De beklaagde werd bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar en een ontzetting uit zijn burgerrechten gedurende 5 jaar. De rechtbank beval ook de onmiddellijke aanhouding van de beklaagde.
Bij het bepalen van de strafmaat baseerde de rechtbank zich op de aard, de ernst en de frequentie van de feiten, alsook op de omstandigheid dat deze plaatsvonden in de gevangenis tijdens een medische isolatie. De feiten getuigen volgens de rechtbank van een perverse persoonlijkheid van de beklaagde, gekoppeld aan een immorele ingesteldheid en een flagrant gebrek aan respect voor de geldende menselijke, sociale en morele waarden. Daarnaast speelde ook het strafverleden van de beklaagde een rol, net als de impact en de gevolgen voor het slachtoffer.
De beklaagde moet aan de burgerlijke partij een schadevergoeding van 3 862,50 betalen.