De rechtbank van eerste aanleg Leuven heeft vandaag een beklaagde veroordeeld voor opzettelijke slagen aan een ambulancier. Dezelfde beklaagde is, samen met een andere beklaagde, ook schuldig bevonden aan feiten van diefstal. De rechtbank bestempelt het gedrag van de beklaagde tegenover een hulpverlener in functie als totaal onaanvaardbaar en oordeelt dat de beklaagde de veroorzaakte schade integraal moet vergoeden.
Feiten
Op dinsdag 4 februari 2025 werden de hulpdiensten opgeroepen voor een man, later geïdentificeerd als 'beklaagde 1', die slapend op de trappen van het Kinepolis-complex in Leuven lag en een comateuze indruk maakte.
Twee ambulanciers kwamen ter plaatse en trachtten hem wakker te maken. Aanvankelijk reageerde 'beklaagde 1' niet. Toen hij uiteindelijk ontwaakte, stelde hij zich agressief op en sloeg hij onmiddellijk een van de ambulanciers op het linkerdijbeen. Vervolgens probeerde hij te vluchten. ‘Beklaagde 1’ nam een fiets uit de fietsenstalling. Maar omdat deze tweewieler niet rijvaardig bleek, geraakte de beklaagde niet ver en kon hij door de politie worden gearresteerd.
In de rugzak van ‘beklaagde 1’ werden meerdere gestolen goederen aangetroffen. Nader onderzoek wees uit dat hij eerder die dag in een winkel te Leuven onder meer bestek, batterijen, cakejes en een arcadegame had ontvreemd. Daarnaast bleek hij ook in het bezit te zijn van verschillende juwelen die afkomstig bleken uit een kledingwinkel in Leuven.
Op donderdag 20 maart 2025 werden ‘beklaagde 1’ en ‘beklaagde 2’ op heterdaad betrapt toen zij drie flesjes parfum, ter waarde van 343,40 euro, uit een warenhuis in Leuven probeerden mee te nemen zonder te betalen. Een bewakingsagent stelde op camerabeelden vast dat één van hen een flesje parfum in zijn trui wegstopte. Deze persoon werd in de winkel tegengehouden en later geïdentificeerd als ‘beklaagde 1’.
De politie werd verwittigd en kon op basis van de persoonsbeschrijving ook de tweede dader vatten, die zich buiten op een bankje bevond. Het ging om ‘beklaagde 2’, die in het bezit bleek te zijn van twee gestolen flesjes parfum, eveneens afkomstig uit hetzelfde warenhuis.
Beide beklaagden werden door de politie uitgenodigd voor verhoor, maar gaven hier geen gevolg aan. Zij bleven ook afwezig op de zitting van de rechtbank waarop hun zaak werd behandeld.
Beide beklaagden beschikken wel over een blanco strafregister.
Oordeel rechtbank
De rechtbank acht de feiten van diefstal en opzettelijke slagen bewezen op basis van het strafonderzoek.
De rechtbank verklaart ‘beklaagde 1’ schuldig aan het toebrengen van opzettelijke slagen aan een ambulancier tijdens de uitoefening van zijn functie én aan drie feiten van diefstal. De rechtbank veroordeelt hem hiervoor op strafgebied tot een effectieve gevangenisstraf van 12 maanden en een geldboete van 800 euro.
‘Beklaagde 2’ wordt schuldig verklaard aan één feit van diefstal en wordt hiervoor veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van 4 maanden en een geldboete van 400 euro.
Op burgerlijk vlak wordt ‘beklaagde 1’ veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de ambulancier ten bedrage van 600 euro, bestaande uit 100 euro voor het lichamelijk ongemak en 500 euro voor de morele schade.
Motivering rechtbank
De feiten onder de bewezen tenlasteleggingen getuigen van een gebrekkig normbesef en van weinig respect voor andermans eigendom.
Daarnaast stelde 'beklaagde 1' zich agressief op ten aanzien van een hulpverlener in functie, wat absoluut onaanvaardbaar is. 'Beklaagde 1' dient de door de ambulancier geleden schade dan ook integraal te vergoeden. Deze schade heeft zowel betrekking op de lichamelijke hinder als op het morele leed dat de ambulancier werd aangedaan.
De ambulancier verklaarde ter zitting dat hij op lichamelijk vlak relatief weinig last heeft ondervonden van de slag, maar dat de feiten een aanzienlijke mentale impact op hem hebben gehad. Sindsdien ervaart hij meer ongerustheid en is hij extra op zijn hoede tijdens interventies.