Nederlandse man krijgt effectieve gevangenisstraf van drie jaar voor drugsvervoer en gewapende weerspannigheid

18/09/2024

De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk heeft een Nederlandse man veroordeeld tot drie jaar effectieve gevangenisstraf wegens drugsbezit, het vervoeren van drugs en gewapende weerspannigheid. De twee politieagenten die zich burgerlijke partij stelden, krijgen een schadevergoeding en een rechtsplegingvergoeding toegekend.  

Feiten

Op 28 februari 2024 merkten twee agenten van de wegpolitie op de E17 een voertuig van het merk Seat op die traag reed. De agenten zetten hun blauwe knipperlichten en speciaal geluidstoestel op en maanden de chauffeur van de Seat aan om hen te volgen naar de parking van een benzinestation langs de autosnelweg. De chauffeur van de Seat stak zijn duim omhoog, maar reed iets voor de oprit van de parking met hoge snelheid weg. Wanneer de agenten de Seat inhaalden, reed de chauffeur in op de achterzijde van hun politievoertuig.

Slechts dankzij het maximaal benutten van hun rijtechnieken konden de agenten hun voertuig stabiel houden. De Seat probeerde ondertussen het politievoertuig via de pechstrook in te halen. Tijdens dit inhaalmanoeuvre trachtte de chauffeur van de Seat opnieuw het politievoertuig aan te rijden. Hierop begon de Seat zelf te tollen. De auto kwam uiteindelijk tot stilstand op een noodstopstrook.

De agenten arresteerden de bestuurder van de Seat. Het ging om een 22-jarige man met Nederlandse nationaliteit. In het voertuig werd negen kilogram heroïne, een kilogram cocaïne en een vuurwapen gevonden. Uit het onderzoek bleek dat de beklaagde de drugs ging oppikken in Frankrijk en ze in Nederland moest afleveren.

Tenlasteleggingen

De beklaagde moest zich voor de rechtbank verantwoorden voor:

  • invoer van verdovende middelen (heroïne en cocaïne)
  • bezit van verdovende middelen (heroïne en cocaïne)
  • gewapende weerspannigheid, met arbeidsongeschiktheid tot gevolg
  • onwettig vervoeren van een vergunningsplichtig vuurwapen

Samen met de FOD Binnenlandse Zaken stelden de twee politieagenten zich burgerlijke partij. Door de gebeurtenissen waren zij beiden respectievelijk acht en negen dagen arbeidsongeschikt.

Bestraffing

De rechtbank nam eenheid van opzet aan tussen de verschillende tenlasteleggingen en heeft de beklaagde veroordeeld tot een effectieve hoofdgevangenisstraf van drie jaar.

Op burgerlijk gebied

Aan de twee politieagenten moet de beklaagde een schadevergoeding van 1.998,50 euro en respectievelijk 1 .905,00 euro betalen, alsook een rechtsplegingsvergoeding. Aan de Belgische Staat moet hij een provisionele schadevergoeding van 11.713,88 euro betalen.  

Motivering rechtbank

Bij het bepalen van de strafmaat hield de rechtbank rekening met volgende elementen:

  • de aard, de ernst van de feiten en de omstandigheden waarin deze werden gepleegd;
  • het gemak waarmee de beklaagde politieagenten en onschuldige burgers in gevaar bracht via zijn roekeloze rijgedrag;
  • de manifeste afwezigheid in hoofde van de beklaagde van eerbied voor andermans fysieke en psychische integriteit;
  • het blanco strafverleden van de beklaagde in België en in Nederland, evenals zijn sociale en familiale situatie;