Rechtbank eerste aanleg West-Vlaanderen

Op 25 maart 2024 veroordeelde de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge een beklaagde bij verstek tot 5 jaar gevangenisstraf wegens verkrachting, aantasting van de seksuele integriteit en opzettelijke slagen. De feiten vonden plaats in 2021 toen de beklaagde en het slachtoffer een cel deelden in de gevangenis van Brugge. Na uitspraak van het vonnis beval de rechtbank de onmiddellijke aanhouding van de beklaagde. Dit vonnis kan u nog eens nalezen in de PDF onderaan deze webpagina.

De beklaagde tekende tegen dit vonnis verzet aan.

Vandaag heeft de rechtbank op tegenspraak na verzet onder meer het volgende beslist:

• De behandeling van de strafprocedure verliep niet binnen de redelijke termijn. De rechtbank stelde vast dat het onderzoek 16 maanden stil lag, zonder dat hiervoor enige redelijke verantwoording is terug te vinden in het strafdossier.
• Deze beperkte overschrijding van de redelijke termijn werd in rekening gebracht bij de straftoemeting.
• De beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 54 maanden. Hij wordt voor 5 jaar uit zijn burgerrechten ontzet.
• De rechtbank beveelt de onmiddellijke aanhouding van de beklaagde.