U hebt een burgerlijk geschil maar wil eerst nog een poging tot minnelijke schikking wagen – de bijzondere procedure tot verzoening in burgerlijke zaken
Deze bijdrage behandelt alleen verzoeningsprocedures voor de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen.
De hoofdlijnen ervan zijn ook geldig voor andere rechtbanken.
Wat is verzoening/minnelijke schikking?
Art. 731 Ger. W.:
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1724 tot 1737 kan iedere inleidende hoofdvordering tussen partijen die bekwaam zijn om een dading aan te gaan en betreffende zaken welke voor dading vatbaar zijn, op verzoek van een partij of met beider instemming vooraf ter minnelijke schikking worden voorgelegd aan de rechter die bevoegd is om in eerste aanleg ervan kennis te nemen.
Voordat u een klassieke gerechtelijke procedure begint, kan u gratis beroep doen op de rechtbank om tot een minnelijke schikking te komen.
De rechter tracht de partijen in dat geval te helpen om zelf tot een oplossing van hun geschil te komen, tot een wederzijds aanvaardbare regeling. De rechter leidt de besprekingen en poogt de partijen te verzoenen, maar hij zal geen oplossing afdwingen en neemt zelf geen beslissing.
Indien een verzoening kan worden bereikt, wordt een soms langlopend proces met mogelijk hoge kosten en een onzekere afloop vermeden.
Voor- en nadelen?
De minnelijke schikking is kosteloos en volledig vrijwillig.
Deze werkwijze biedt de mogelijkheid om op een snelle, en soms meer bevredigende wijze, een einde te stellen aan een vaak reeds lang aanslepend conflict.
Indien een regeling tot stand komt tussen de partijen, wordt deze opgenomen in een proces-verbaal van minnelijke schikking dat geldt als vonnis en waartegen geen verzet of hoger beroep kan worden aangetekend.
Zo wordt een mogelijk langlopende, gerechtelijke procedure met bijkomende kosten vermeden.
De rechter treedt niet op als beslissende autoriteit maar tracht de partijen te helpen om zelf tot een oplossing te komen, tot een wederzijds aanvaardbare regeling.
De partijen krijgen op die manier de mogelijkheid om zelf enige controle over hun zaak te behouden, in tegenstelling tot de onzekerheid over het resultaat bij een gerechtelijke procedure.
Een minnelijke oplossing wordt vaak beter aanvaard door partijen dan een bovenpartijdige beslissing van de rechter die niet altijd vrede brengt tussen partijen.
De procedure is voor onze rechtbank vertrouwelijk. Indien er geen verzoening wordt bereikt en er een normale procedure wordt gestart, zal een andere rechter dan diegene die de verzoening heeft geleid, de zaak verder behandelen.
Indien er geen verzoening lukt, kan men nog steeds een procedure starten.
In dat geval is er een vlotte overgang naar de klassieke procedure mogelijk, mits medewerking van de partijen. (zie verder)
Voor welke geschillen?
De minnelijke schikking voor de rechtbank van eerste aanleg is mogelijk in alle zaken die voor dading vatbaar zijn en die behoren tot de bevoegdheid van deze rechtbank (op materieel en territoriaal gebied).
Voor geschillen die behoren tot de bevoegdheid van de vrederechter (bij voorbeeld huur, nutsvoorzieningen, geschillen onder de 5000 euro), de ondernemingsrechtbank of arbeidsrechtbank, kan bij deze rechtbanken een verzoek worden ingediend.
Indien het gaat om familierechtelijke geschillen, dan is weliswaar de rechtbank van eerste aanleg bevoegd, maar dan dient men zich te richten tot de bijzondere kamers voor minnelijke schikking (“KMS”) binnen de familierechtbank. Zie ter zake de info over de familierechtbank en over de kamers voor minnelijke schikking.
Verloop van een verzoening?
A. De aanvraag: verzoek aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg
Om de verzoening vlot te laten verlopen, is het nuttig dat de rechter vooraf weet waarover het geschil gaat en dat hij reeds over de bewijsstukken beschikt zodat zo efficiënt mogelijk kan worden gewerkt.
Daarom vraagt de rechtbank een gemotiveerd schriftelijk verzoek waarin u vermeldt:
- uw naam, voornaam en adres
- de identiteit (naam en voornaam) en het adres van (al) de tegenpartij(en) die u wil laten oproepen
- een uiteenzetting van de feiten
- wat u wil bereiken (bijvoorbeeld dat de tegenpartij u een bepaald bedrag betaalt)
- dat u vraagt dat de partijen worden opgeroepen in verzoening
- het standpunt van de tegenpartij indien dit gekend is
- de bewijsstukken waarover u beschikt met een inventaris ervan. Dit is niet verplicht doch dit maakt het voor de rechter gemakkelijker om de gesprekken met kennis van zaken te leiden.
Dit verzoek en de bijlagen moeten in zoveel exemplaren als er partijen zijn bezorgd worden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, afd. ……….
Alle aanvragers of hun advocaat moeten het verzoek ondertekenen.
B. De oproeping
De griffie zendt na de neerlegging van het verzoek een brief aan de partijen waarin vermeld staat waar en wanneer ze moeten verschijnen.
Bij de brief voor de tegenpartij wordt een exemplaar van het verzoek en van de bewijsstukken gevoegd, en wordt kort uiteengezet wat de oproeping in verzoening inhoudt.
Partijen moeten zelf naar de rechter komen en kunnen zich laten bijstaan door een advocaat.
Indien een vennootschap betrokken is, moet iemand met beslissingsbevoegdheid verschijnen. Deze persoon moet een uittreksel uit het Belgisch Staatsblad met de vermelding van zijn benoeming meebrengen.
C. De verzoeningszitting
De zitting gebeurt in raadkamer, dit wil zeggen niet in de openbare zittingszaal, maar enkel in aanwezigheid van de betrokken partijen (en eventueel ook hun advocaat), de rechter en de griffier.
De rechter bespreekt het geschil met de partijen en gaat na of een schikking mogelijk is. Hij maakt hierbij gebruik van zijn juridische kennis en ervaring.
Wordt een verzoening bereikt, dan wordt dit neergeschreven in een proces-verbaal van verzoening dat door alle partijen, de rechter en de griffier, wordt ondertekend.
Dit proces-verbaal heeft dezelfde waarde als een vonnis. De tegenpartij kan hiertegen geen verzet of hoger beroep aantekenen.
Leeft de tegenpartij deze overeenkomst niet na, dan kan u aan een gerechtsdeurwaarder vragen om de tegenpartij hiertoe te dwingen.
U of de gerechtsdeurwaarder moeten daarvoor eerst de grosse (een officieel getekend afschrift) bestellen op de griffie.
Indien geen verzoening wordt bereikt, kan een gewone procedure worden gestart, wat met medewerking van alle partijen onmiddellijk kan gebeuren. (zie verder)
Indien niemand voor de tegenpartij opdaagt, kan er niets gebeuren. In dat geval kan u een gewone procedure starten om de veroordeling van de tegenpartij na te streven.
D. Overgang naar de gewone procedure
Indien de partijen aanwezig zijn maar geen verzoening bereiken, kunnen zij een klassieke gerechtelijke procedure starten. Dit gebeurt bij dagvaarding maar men kan ook opteren om vrijwillig te verschijnen en op die manier kosten te besparen.
Bij vrijwillige verschijning is enkel het rolrecht verschuldigd.
Voor de vrijwillige verschijning dienen de partijen samen een verzoekschrift in te vullen. Ze kunnen dit onmiddellijk op de verzoeningszitting doen waar modelverzoekschriften zullen worden ter beschikking gesteld.
In dit verzoek kunnen partijen conclusietermijnen bepalen (verzoek art.747 GW) of een pleitdatum vragen, zodat de verdere procedure ineens kan worden geregeld.
Het verzoek dient te worden neergelegd op de griffie waar ook het rolrecht moet worden betaald.
Nadien krijgen de partijen in functie van de keuze die ze hebben opgegeven, bericht van de rechtbank over het verdere verloop van hun procedure.
Besluit
Een oproeping in verzoening is gratis, biedt uitzicht op een wederzijds akkoord en bespaart u mogelijk de kosten en lasten van een soms duur, aanslepend en belastend proces waarvan u de uitslag niet kan voorspellen.
Indien het lukt, beschikt u zeer snel over een beslissing die evenveel waard is als een vonnis en door de partijen doorgaans beter wordt aanvaard en uitgevoerd.
Indien geen verzoening kan worden bereikt, is een snelle en goedkope doorstart naar de gewone procedure mogelijk.
Werking inleidingszitting burgerlijke zaken, Kamer TB1, afdeling Turnhout
* Alle inleidingen van de burgerlijke zaken gebeuren op de Kamer TB1 iedere woensdag om 9u30 uur ! (De inleidingen van de hoger beroepen tegen vonnissen van de Vredegerechten en Politierechtbank gebeuren op maandag tweewekelijks om 9 uur).
* Er is in Turnhout geen rolregeling, doch partijen zijn liefst bij het begin van de zitting aanwezig om de zitting vlot te laten verlopen.
* Partijen en raadslieden bieden zich aan bij de bode ter terechtzitting.
* Verstekken worden verleend vanaf 10 uur.
* Bij akkoord inzake uitstel, rolverzending of toepassing art. 747 §2 Ger.W. is een verschijning ter zitting niet noodzakelijk. Deze akkoorden moeten vooraf schriftelijk gemeld worden aan de griffier. In voorkomend geval kunnen blanco invulformulieren art. 747 §2 Ger.W. op de zitting bij de griffier bekomen worden. Beschikkingen conform art. 747 Ger.W. worden uitgesproken op de dag zelf.
* Behandeling van de zaak is mogelijk mits het om korte debatten gaat.
* Ook bij verstek van verweerder, wanneer eiser een uitstel vraagt, wordt een kennisgeving conform art. 754 Ger.W. verstuurd (ook de eiser heeft veelal meer belang bij een tegensprekelijk debat, bij verstek moet hij zich voorzien bij het Hof van Beroep nu het verzet werd afgeschaft). Een partij zonder advocaat moet ook kopie krijgen van brieven, conclusies, stukken en moet ook uitdrukkelijk akkoord moet gaan met een afwijking van conclusietermijnen die de advocaten onder elkaar afspreken. Eenmaal een beschikking 747 is verleend, moet de correspondentie tussen alle partijen verlopen, ook aan een partij zonder advocaat die nooit ter zitting verschijnt en nooit van zich laat horen.
* Op de zitting worden formulieren conform art. 803 Ger.W. voorzien.
* Een doorhaling wordt geacteerd op het zittingsblad.
* Verzoekschriften vrijwillige verschijning worden eveneens ingeleid op Kamer TB1. Indien voorafgaand reeds conclusietermijnen worden overeengekomen is een verschijning overbodig.
* Zaken die verkeerdelijk worden ingeleid op Kamer TB 1 (bijvoorbeeld zaken die op de familierechtbank thuishoren, zoals erfrecht en schenkingen, …) kunnen met akkoord van partijen naar de Familierechtbank (inleidingskamer TF1, elke maandag) verzonden worden. Dit akkoord wordt geacteerd op het zittingsblad. Bij niet akkoord of verstek wordt de procedure conform art. 88§2 Ger.W. gevolgd.
* Voor zaken met betrekking tot de betwisting erelonen wordt er geen advies meer gevraagd van taxatiecommissie. Bij betwisting wordt een advocaat (volgens de lijst van de Stafhouder van de Balie) aangesteld als gerechtsdeskundige.
* Op de inleidingszitting wordt vaak een gerechtsdeskundige aangesteld en bepaald of er een gewoon deskundig onderzoek of een beperkt deskundig onderzoek dient te gebeuren. In de zaken waarin een deskundige wordt aangesteld, al dan niet na akkoord van partijen, heeft de zittingsgriffier telefonisch contact met de deskundige. Op deze wijze wordt nagegaan of de deskundige akkoord gaat met zijn/haar aanstelling en om zodoende latere vorderingen tot vervanging deskundige te vermijden. In Turnhout hebben de pleitkamers TB5 en TB9 een tweede inleiding, elke eerste zitting van de maand van 9u tot 10u. Op deze tweede inleiding worden o.a. de zaken met korte debatten i.v.m. betwistingen in het kader van het deskundigenonderzoek behandeld.
* Het beperkt deskundig onderzoek kan alleen met akkoord van partijen (ook in ondergeschikte orde) en biedt het voordeel dat de kostprijs beperkt is tot 1.000,00 €. De zaak wordt terug op de zitting gebracht binnen een vaste termijn, kosten en duurtijd worden beperkt. Enkel de deskundigen die op de lijst van de mini-expertise voorkomen (en die zich akkoord hebben verklaard met de te volgen werkwijze) kunnen worden aangesteld. De lijst van deze deskundigen is beschikbaar op de griffie.
* Let op de volledigheid van de stukken: facturen, bewijs aanvaarding voorwaarden, bewijs van aangetekende zending, …. Stukken dienen tijdig neergelegd te worden en voorzien van een degelijk geordend, geïnventariseerd stukkenbundel, waarbij de afzonderlijke stukken die uit meer dan één blad bestaan aan elkaar worden geniet. Neerlegging via e- deposit kan maar wanneer er meer dan 10 stukken worden aangewend , dienen deze ook in origineel ter zitting of voordien te worden neergelegd.
* Vonnissen worden gewezen op twee weken.
U hebt een bouw- of aannemingsgeschil?
De behandeling van bouw- en aannemingszaken in de afdeling Turnhout van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen.
De kamers TB5 en TB9 behandelen in de afdeling Turnhout alle bouw- en aannemingszaken.
Het betreft alle zaken die betrekking hebben op bouwgeschillen, o.a. aanspraken ten aanzien van bouwpromotoren, bouwheren, aannemers, architecten en ingenieurs, maar ook geschillen omtrent burenoverlast ten gevolge van de toestand van naburige gebouwen.
Bouwzaken duren soms lang en zijn soms (zeer) duur, maar de rechtbank tracht ook waar mogelijk alternatieve procedures aan te bieden, die toelaten om een bouwzaak toch snel en tegen een beperktere kostprijs te beslechten.
De technische discussie die bijna onvermijdelijk verbonden is aan dit soort van geschillen, brengt met zich mee dat er minder mogelijkheden tot eenvoudige verzoening zijn omdat de rechtbank omwille van deze techniciteit veelal een beroep zal moeten doen op een technisch deskundige, zoals een architect of een ingenieur gerechtsdeskundige.
Indien er nog geen geschil voor de rechtbank aanhangig is gemaakt, kan in sommige gevallen van eerder technische aard een beroep worden gedaan op de Verzoeningscommissie Bouw.
Een procedure met deskundigenonderzoek kan de kostprijs van de zaak aanzienlijk verhogen, evenals de duurtijd van de procedure, maar is soms noodzakelijk, bij voorbeeld door het grote aantal partijen dat betrokken is, dan wel omwille van de complexiteit van het probleem (bijv. een appartementencomplex met veel eigenaars en diverse aannemers en complexe gebreken die soms diepgaande onderzoeken vragen).
In sommigen gevallen is de problematiek echter eenvoudiger en kan de rechtbank alternatieven overwegen om tot een vluggere, en beter betaalbare procesgang te komen.
De bouwkamer zet om deze redenen sedert enkele jaren in op de volgende afhandelingswijzen, al naargelang de aard van de zaak (complexiteit van het probleem, aantal en aard van de partijen):
- een beperkt deskundig onderzoek waarbij de kostprijs en de duurtijd van het onderzoek door de gerechtsdeskundige, - in meer eenvoudige zaken – uitdrukkelijk wordt beperkt en de zaak na een bezoek en een beperkt rapport van de technisch deskundige, terug op de zitting wordt gebracht binnen een vaste termijn. Op die manier kunnen de kosten en de duurtijd beperkt worden en kan vervolgens worden nagegaan of dit volstond voor een oplossing, dan wel op welke manier de procedure desgevallend wordt verder gezet. Doorgaans wordt 1 000,00 €gevraagd als provisie voor de tussenkomst van de gerechtsdeskundige, en wordt een korte termijn van afgesproken waarbinnen dit beperkt deskundigenonderzoek moet worden uitgevoerd en behandeld op de rechtbank. Zie nota i.v.m. het beperkt deskundig onderzoek.
- een gewoon deskundig onderzoek met een zeer beperkte opdracht.
- een akkoord tussen partijen voor de minnelijke (in akkoord) aanstelling van een gerechtsdeskundige zonder meer.
Afhankelijk van de concrete problematiek en rekening houdende met de argumenten van de partijen, zal de rechtbank kiezen tussen één van deze mogelijkheden.
Het is in deze zaken voor de partijen steeds van belang om, vooraleer tot een procedure over te gaan, of ook na het aanvatten ervan, het (technisch) voorwerp van hun discussie in de mate van het mogelijke te beperken zodat dit technisch onderzoek meteen ook in kostprijs en in duurtijd kan worden beperkt.
De rechtbank benadrukt dat bij ieder van de hierboven aangehaalde mogelijkheden, het bereiken van een verzoening tussen partijen voorop staat. Dit staat ook uitdrukkelijk bepaald in de opdrachten die aan de deskundigen worden gegeven.
Mits een goede samenwerking tussen partijen, rechtbank en deskundigen, die er steeds op moet gericht zijn om tot een voor de partijen aanvaardbare oplossing te komen, kan door deze werkwijzen zoveel mogelijk een snelle en economisch verantwoorde afhandeling van bouwzaken worden gerealiseerd.
De Kamers TB5 en TB9 hebben respectievelijk elke eerste maandag en donderdag een zitting ‘tweede inleiding’ waar o.m. discussies i.v.m. het verloop van het deskundig onderzoek kunnen beslecht worden.