Documenten
Model van een conclusie (= een document waarin een procespartij haar vordering neerschrijft en haar argumenten inroept)
In burgerlijke procedures is het vrij gebruikelijk zijn argumenten schriftelijk uiteen te zetten in een "conclusie" of "besluitschrift", een moeilijke naam voor een geschreven document waarin de procespartij of diens advocaat uitlegt waarover het geschil gaat, wat zij precies van de rechter vraagt, op welke argumenten zij zich daarvoor beroept, en waarin zij eventueel ook haar verweer tegen de vragen en argumenten van de wederpartij neerschrijft. Dit document moet dan in origineel overhandigd worden aan de rechter of opgestuurd naar de griffie, en de andere partijen moeten tegelijkertijd daarvan een kopie ontvangen, samen met een kopie van de bewijsstukken die men wil gebruiken in het proces.
In strafzaken voor de politierechtbank voeren de partijen hun argumenten ter verdediging in de regel mondeling aan en is het eerder ongebruikelijk dat de zij schriftelijke conclusies neerleggen. Dat zal enkel aangewezen zijn voor het onderdeel "burgerlijke belangen" (=wanneer voor de strafrechter ook de vergoeding wordt gevraagd van de schade die is voortgevloeid uit de feiten waarvoor de beklaagde strafrechtelijk wordt vervolgd; bv. lichamelijke schade na een verkeersongeval).
In zuiver burgerlijke zaken voor de politierechtbank (wanneer er geen strafrechtelijke vervolging van bv. een verkeersongeval komt) is het gebruik van geschreven conclusies niet verplicht, maar wel aan te raden, want de burgerlijke rechter is slechts verplicht om te antwoorden op de argumenten die de partijen hem schriftelijk aanreiken. Zeker in meer complexe zaken (betwisting van de aansprakelijkheid, ingewikkelde schadevorderingen) is het dus aangewezen de wederzijdse aanspraken en argumenten op papier te zetten in een zogenoemde "conclusie".
De vorm en inhoud van dergelijke conclusie is bij wet voorgeschreven (artikelen 741 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek). Wanneer een conclusie niet aan die wettelijke voorschriften voldoet, dient de rechter niet te antwoorden op de argumenten die daarin ingeroepen werden. In afwachting dat de overheid een standaardmodel van conclusie zal publiceren in het Belgisch Staatsblad, kunt u gebruik maken van het hieronder weergegeven model.
Elektronische ondertekening en neerlegging van conclusies is in de huidige stand van de wetgeving nog niet mogelijk, behalve voor advocaten die conclusies kunnen opsturen via e-deposit, dat sinds einde 2017 ook bij de politierechtbank geïnstalleerd is. Wie zonder advocaat werkt dient dus altijd het papieren origineel naar de griffie te sturen of er te gaan neerleggen. Elke conclusie die een partij neerlegt, dient terzelfdertijd in kopie aan de andere partij of diens advocaat meegedeeld te worden. Ook alle bewijsstukken moeten op voorhand uitgewisseld worden tussen de partijen en bij elke conclusie dient een inventaris gevoegd worden van de gebruikte bewijsstukken. Als er termijnen voor neerlegging van conclusies zijn afgesproken tussen partijen (zie artikel 748 van het Gerechtelijk Wetboek) of opgelegd door de rechter (artikel 747 van het Gerechtelijk Wetboek), zal, om te bepalen of een conclusie tijdig neergelegd is, alleen de datumstempel van de griffie op de conclusie als bewijs gelden.
Grievenformulier hoger beroep in strafzaken
Bent u het in een strafzaak niet eens met de uitspraak van een politierechtbank, hetzij op strafgebied (de uitspraak over de strafbare feiten en de strafmaat), hetzij op burgerlijk gebied (de uitspraak over de schadevergoeding), hetzij op beide gebieden, dan kunt u binnen de wettelijke termijnen hoger beroep aantekenen op de griffie van de politierechtbank. U dient daarbij een wettelijk voorgeschreven "grievenformulier" in te vullen, dat u hier kunt downloaden.
In een zuiver burgerlijk geschil voor de politierechtbank (wanneer er geen strafvervolging is en er enkel over de burgerlijke verantwoordelijkheid van de feiten en/of over de schadevergoeding werd geprocedeerd) kunt u dit grievenformulier niet gebruiken en dient op de griffie van de rechtbak van eerste aanleg een verzoekschrift tot hoger beroep neergelegd te worden, zoals bedoeld in artikel 1056 van het Gerechtelijk Wetboek.