Jonge beklaagde veroordeeld wegens diefstal en schuldig verzuim
De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen (afdeling Kortrijk) heeft een 21-jarige man veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf (waarvan 10 maanden met probatie-uitstel) voor diefstal van een bankkaart en het afhalen van geld. De beklaagde liet zijn zwaar hulpbehoevende slachtoffer hulpeloos achter en verzuimde om de hulpdiensten te bellen. Hij verbrak nadien ook de zegels die de politie aan het appartement van het slachtoffer had aangebracht.
Aanleiding en feiten
Op 25 juli 2023 wordt een man met mentale problemen door de politie in zijn appartement aangetroffen. Hij ligt naakt op de grond en is in een deken gewikkeld. De man verkeert in een penibele toestand en blijkt zwaar hulpbehoevend. Hij wordt naar het ziekenhuis gebracht, waar hij enkele dagen in coma ligt. Ondertussen verzegelt de politie zijn woning.
Tijdens de periode dat de man in het ziekenhuis in coma ligt, wordt er echter geld afgehaald via zijn bankkaart. De politie start een onderzoek en kan, onder andere via camerabeelden en bankonderzoek, de beklaagde identificeren. Er wordt ondertussen ook vastgesteld dat de zegels aan het appartement van het slachtoffer werden verbroken. Aan de hand van camerabeelden en DNA-onderzoek kunnen ook deze feiten worden gelinkt aan de beklaagde.
In totaal haalt de beklaagde 2.385 euro af met de bankkaart van het slachtoffer. Hiermee doet hij diverse aankopen, waaronder kledij en sigaretten.
Tijdens een verhoor voor andere feiten, vertelt de beklaagde de politie – buiten verhoor - dat hij het slachtoffer heeft vastgebonden, geslagen en zijn bankkaart heeft meegenomen. Later ontkent hij deze feiten weer. Voor de rechtbank betwist de beklaagde de feiten dan weer niet, maar weigert hij zelf om meer details over het hoe en waarom te geven. Hij verduidelijkte ook niet waarom hij de hulpdiensten niet opbelde.
Concrete beschuldigingen
Op basis van het onderzoek wordt de beklaagde concreet vervolgd wegens:
- Diefstal met geweld of bedreiging.
- Manipulatie van informaticagegevens om onrechtmatig economisch voordeel te verwerven.
- Opzettelijke zegelverbreking.
- Schuldig verzuim (weigeren van hulp wanneer gevaar is vastgesteld).
Strafmaat
De rechtbank heeft de beklaagde veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, waarvan 10 maanden met probatie-uitstel voor een termijn van 5 jaar, en een geldboete van 1.600 euro (met probatie-uitstel voor een termijn van 3 jaar). De beklaagde moet wel een hele reeks voorwaarden strikt naleven.
Aan de burgerlijke partij – met name de bewindvoerder van het slachtoffer – moet de beklaagde in totaal 6.263,06 euro betalen (waaronder het gestolen bedrag van 2.385 euro dat aan de burgerlijke partij wordt toegewezen).
De rechtbank tilt zwaar aan de feiten. Zo is er sprake van een ernstig verstoord normbesef bij de beklaagde. Hij toonde geen enkel respect voor de fysieke en psychische integriteit van het slachtoffer, en schond ook op grove wijze diens eigendomsrechten. Het feit dat de beklaagde de hulpdiensten niet inlichtte voor iemand die duidelijk hulp nodig had, is een bewijs van een bijzonder asociale en onaanvaardbare ingesteldheid.
Bovendien werd de 21-jarige beklaagde op 26 juni 2023 al eens veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar (waarvan 5 jaar met uitstel) door de rechtbank van eerste aanleg van West-Vlaanderen (afdeling Kortrijk). Eerder werd hij ook al drie keer terecht gewezen door de jeugdrechter.
De beklaagde was niet aanwezig op de zitting. Zijn verdere aanhouding werd bevolen.