Politierechtbank Oost-Vlaanderen

De politierechtbank in Gent heeft een man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar, waarvan 1 jaar en 6 maanden met probatie-uitstel voor een termijn van 5 jaar, en een geldboete van 16.000 euro waarvan 8.000 euro met probatie-uitstel voor een termijn van 3 jaar wegens het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval. De beklaagde mag levenslang geen motorvoertuigen meer besturen. Wegens het rijden zonder geldig rijbewijs is de beklaagde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar en een geldboete van 8.000, waarvan 4.000 euro met probatie-uitstel voor een termijn van 3 jaar. De veroordelingen zijn een gevolg van een dodelijk verkeersongeval, waarbij twee wielertoeristen om het leven kwamen.

Feiten

Op zondag 25 februari 2024 rond 11 uur reed een autobestuurder in de Pantserschipstraat te Gent aan te hoge snelheid en onder invloed van alcohol. Door deze combinatie raakte hij de boordsteen van een bushalte, waarna hij de controle over het stuur verloor. Het voertuig werd naar de andere kant van de weg geslingerd en raakte een groepje van 5 wielertoeristen die op het fietspad reden. Twee wielertoeristen overleefden de aanrijding niet, drie anderen raakten gewond.

Volgens de verkeersdeskundige werd het ongeval veroorzaakt door een stuurfout van de beklaagde, die ook veel te snel reed (118 km/u waar slechts 50 km/u is toegestaan), en dit in combinatie met een zware alcoholintoxicatie (1,31 mg/L).  

Uit onderzoek bleek tevens dat de beklaagde geen geldig rijbewijs had. Een vonnis van de politierechtbank Gent van 9 mei 2014 had namelijk bepaald dat de beklaagde een medische en psychologische proef moest afleggen om zijn rijbewijs terug te krijgen. De beklaagde heeft deze proeven nooit afgelegd.

Tenlasteleggingen

De beklaagde moest zich voor de politierechtbank verantwoorden voor:

• onopzettelijke doodslag
• onopzettelijke slagen en verwondingen
• rijden tijdens een verval van het recht tot sturen
• het besturen van een voertuig onder invloed van alcohol
• overdreven snelheid
• het gebruik van een draagbare telefoon terwijl het voertuig niet stilstond of was geparkeerd
• niet in staat zijn geweest om alle nodige rijbewegingen uit te voeren

Strafmaat

De beklaagde werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar, waarvan 1 jaar en 6 maanden met probatie-uitstel voor een termijn van 5 jaar, en een geldboete van 16.000 euro waarvan 8.000 euro met probatie-uitstel voor een termijn van 3 jaar. De beklaagde mag levenslang geen motorvoertuigen meer besturen.

Wegens het rijden zonder geldig rijbewijs is de beklaagde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar en een geldboete van 8.000 euro, waarvan 4.000 euro met probatie-uitstel voor een termijn van 3 jaar.

Aan het probatie-uitstel zijn verschillende voorwaarden verbonden. Zo moet de beklaagde zich psychosociaal laten begeleiden voor zijn alcoholproblematiek.

Aan de verschillende burgerlijke partijen moet de beklaagde een provisionele schadevergoeding van 1 euro betalen. De burgerlijke belangen zullen laten verder worden afgehandeld.

Motivering rechtbank

De rechtbank hield bij haar oordeel rekening met volgende elementen:

• Het ging om bijzonder zware feiten met catastrofale gevolgen.
• Het gedrag en de uitspraken van de beklaagde meteen na het ongeval waren misplaatst en zelfs stuitend. Het is duidelijk dat de beklaagde de ernst van de situatie niet inzag.
• De beklaagde bleek zwaar onder invloed van alcohol, iets wat hij zelf minimaliseerde. Dat was ook de verklaring van de stuurfouten die hij maakte. De beklaagde vormde een losgeslagen projectiel op de rijbaan.
• Uit medisch onderzoek bleek dat de beklaagde een zware, zelfs chronische, alcoholverslaving had.
• Uit het onderzoek bleek ook dat de beklaagde tijdens het rijden zijn gsm manipuleerde, en dus allesbehalve voldoende aandacht had voor de weg en het verkeer.
• Het ongunstige strafverleden van de beklaagde. Hij werd sinds 2001 reeds 7 keer veroordeeld, waarvan drie veroordelingen betrekking hadden op rijden onder invloed. De laatste twee veroordelingen waren bij verstek.
• De beklaagde heeft nooit zijn medische en psychologische feiten afgelegd nadat hij hiervoor was veroordeeld. Dit toont een groot gebrek aan respect voor de wetgeving en de samenleving.