Hof van beroep Gent verklaart hoger beroep van ex-politiecommissaris ongegrond
Het hof van beroep Gent heeft het hoger beroep van een ex-politiecommissaris ongegrond verklaard. Volgens de advocaat van de beklaagde was de samenstelling van correctionele rechtbank van eerste aanleg in Dendermonde onwettig. Volgens het hof van beroep is er echter geen sprake van een verdelingsincident zoals bedoeld in artikel 88, §2 Gerechtelijk Wetboek (waar de verdediging naar verwees).
Feiten
Op 26 november 2024 startten voor de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde de pleidooien in de zaak van een ex-politiecommissaris rond vermeende fraude. De advocaat van de beklaagde vocht de samenstelling van de rechtbank aan. Hij verwees hierbij naar de niet-publicatie van de dienstregeling van de rechtbank, waardoor de verdediging op voorhand geen kennis had van de identiteit van de zetelende rechters. Omdat de rechtbank anders was samengesteld dan bij een eerdere inleidende zitting, vroeg de verdediging om toepassing te maken van artikel 88, §2 van het Gerechtelijk Wetboek en de zaak te verwijzen naar de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen.
Toen de debatten door de rechtbank en het openbaar ministerie werden verdergezet, tekende de advocaat van de beklaagde beroep aan tegen het zittingsblad van de rechtbank. Het was aan het hof van beroep Gent om over dit beroep te oordelen.
Oordeel hof van beroep Gent
Het hof van beroep Gent heeft het hoger beroep van de beklaagde ontvankelijk, maar ongegrond verklaard. Dit betekent dat de rechtszaak tegen de ex-politiecommissaris opnieuw moet worden gedagvaard in de correctionele rechtbank van Dendermonde.
Motivering hof van beroep
De belangrijkste overwegingen van het hof kunnen als volgt worden samengevat.
Geen verdelingsincident
Het aangevoerde bezwaar over de gewijzigde samenstelling van de rechtbank - in casu de beweerde aanwezigheid van twee rechters waarvan de namen vooraf niet zouden zijn bekendgemaakt - is geen verdelingsincident zoals bedoeld in artikel 88, §2 Gerechtelijk Wetboek (waar de verdediging naar verwijst).
De verdediging vroeg om haar bezwaar voor te leggen aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen. Deze vraag valt kennelijk niet onder de toepassing van artikel 88, §2 Gerechtelijk Wetboek, waardoor de rechter niet verplicht is om daarop in te gaan.
De aangevoerde miskenning van artikel 88, §2 Gerechtelijk Wetboek kan dan ook niet aangenomen worden, noch kan de lezing door de beklaagde leiden tot de inwilliging van het verzoek.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
Daar het in het belang is van alle partijen dat de strafvordering zo spoedig mogelijk zijn beslag krijgt, dient dit arrest uitvoerbaar bij voorraad te worden verklaard niettegenstaande elk rechtsmiddel.